Creativiteit in toetsvormen
Juist omdat mensen het doorgaans spannend vinden en eigenlijk ook niet leuk vinden om ‘getest’ te worden, is het van belang dat een toets niet als dusdanig aanvoelt.
Als toetsvorm maken wij dan ook veel gebruik van casussen. Een casus bevat een realistische gevalbeschrijving uit de beroepscontext. In de vraagstelling staan gebeurtenissen, vraagstukken of problemen beschreven waarbij de medewerker het juiste antwoord moet geven.
De casussen die wij schrijven kennen een open einde. Er zijn meerdere belangen, inzichten en benaderingen mogelijk, net zoals in de dagelijkse praktijk van de medewerkers. Slechts één is in de geschetste context de juiste. De taak aan de medewerker om op basis van het geleerde het juiste antwoord te geven.
Bij het toetsen van kennis maken wij ook gebruik van gesloten vragen. Hierbij hanteren wij verschillende variaties zoals bijvoorbeeld de meerkeuze vraag, de drag-and-drop, hotspot-vraag en de juiste volgorde vraag. Er zijn veel varianten mogelijk het dan toch nog wel leuk te maken. |
|
Summatief versus formatief
Bij het ontwikkelen van een toets kan er gebruikt gemaakt worden van summatieve en formatieve toetsen.
|
Beide vormen
Wij geloven wij in beide vormen. Op deze manier krijg je inzicht of mensen de stof echt beheersen maar het geeft je ook een beeld of ze het ook echt begrijpen.
In vele gevallen zet het je medewerkers ook aan tot nadenken. Tenslotte krijgen ze zelf ook inzicht krijgen in onderwerpen die ze wel of niet goed beheersen. Ze worden eerder getriggerd om dan toch nog even die module over Veiligheid door te nemen, of toch nog even wat na te praten met collega’s.
|